Vanochtend een zeer bijzondere verhalentuin bij mij in de tuin. Vooral vanwege de dialoog na afloop. Ik ben al een tijd bezig om na te denken over de vraag van Frans de Vette, welke verhalen heeft de wereld nodig? Mijn persoonlijke antwoord is elke keer anders, maar er zit altijd een verlangen in naar verhalen die raken. Verhalen die iets oproepen, dat er anders niet zou zijn. Verhalen die uitnodigen tot een gesprek dat anders niet gevoerd zou worden. Die de luisteraar èn de verteller een spiegel voorhouden. Sinds vanochtend kijk ik daar wéér anders naar.
David en Saul
Ik vertelde het oude verhaal van Saul en David, dat de meeste mensen vooral aanspreekt vanwege het iconische gevecht van David, de herdersjongen tegen de goedbewapende reus van een krijger. tegen alle verwachtingen in wint David. Ik hoorde het voor het eerst in de kleuterklas en vond het geweldig. We hebben nog dagen geoefend op het plein met steentjes tegen de muur van aangooien, tot de meester uit het lokaal erachter een keer woedend het plein opstormde.
Overigens twijfelt David zelf geen seconde aan zijn overwinning, dat is ook het mooie. Het is zo’n oud verhaal, uit gekende tradities, waar ik interesse in heb, maar toch meestal bij uit de buurt blijf, omdat ze al zo vaak geduid en gekleurd zijn. Nu heb ik het in één maand drie keer vertelt. De eerste keer ging het gesprek na afloop vooral over systemen die ons in een rol duwen. De tweede keer over geweld en kinderen: hoe vertel je kinderen over het geweld in de wereld. Want geweldadig is het. Inclusief het tegenwoordig heel realistische afsnijden van een hoofd.
Eigenlijk zie je daar al een omkering: David, de underdog, slaat toe met simpele, maar trefzekere wapens en snijdt zijn vijand de keel af. Zou IS zich daarin herkennen? Is het wel zo’n goed idee om een verhaal te vertellen waarin de hoofdpersoon dat doet, die daardoor ook nog eens koning wordt en door zijn volk op handen wordt gedragen? Filistijnen en Palestijnen, zijn dat dezelfde, en is dan niet veel eerder Israel de Goliath en Palestina de David? Tussendoor had ik het er met (mijn) Hans over, die het verhaal steeds opnieuw wilde horen. Hem fascineerde Saul, de man die tegen zijn zin in koning wordt en toch meegesleept wordt door zijn koningsschap.
Boos en opstandig
Kortom: het zijn verhalen die raken, maar heeft de wereld dat nodig, of niet? Vandaag was er een vrouw in de verhalentuin die geen idee had welk verhaal ze ging horen. Ze had een briefkaart gevonden ergens, en het leek haar leuk, lekker een hartverwarmend verhaaltje op de zondagochtend. Het Davidverhaal raakte haar. Maar niet als hartverwarmend. Ze werd boos en opstandig, dat na zoveel jaar mensen nog steeds het recht denken te hebben op land vanweg zo’n verhaal. Het uitverkoren volk, de slechte Filistijnen – en nog sleept het conflict uitzichtloos voort. Ze wil daar op zondagochtend niet aan denken. Er klonken ook andere stemmen in de dialoog, over verlangen naar de tijd dat Israel nog een groen en bosrijk land was, over de universele wens dat de slimme underdog het wint van de reus, over de film Jesus Christ Superstar en het ontbreken van vrouwen in dit verhaal. Kan het anders aflopen? Kan David de beek overstappen, de steentjes uit zijn hand laten vallen en die hand uitseken naar Goliath, of wordt hij dan vermozzeld? En waarom houdt eigenlijk niemand David tegen? Als hij verloren had, waren nu misschien de Palestijnen de baas in Israel. Of kan je die lijn niet zo doortrekken?
De boze vrouw had genoeg gehoord, nog steeds aangeslagen vertrok ze. Verontwaardigd, was ze, dat ze inplaats van hoopvol, aangedaan vertrok. Ze was geraakt op een manier die ze niet wilde. De rozen bloeiden, de zon scheen en ik had haar ochtend verpest, zonder dat ik dat wilde. Wat een dilemma. Want verhalen die schuren, die vragen oproepen, daar houd ik van. Oeroude verhalen, waarin elke gebeurtenis en elke plek bij mensen iets oproept, vind ik fascinerend. Ik slijp me daaraan. Erover praten en horen wat er leeft bij de luisteraars, ik ben er dol op. En ja, dat mag ook boosheid en frustratie zijn. Gisteren kreeg ik nog ‘De gebroeders Leeuwenhart’ in handen, een kinderboek dat ook veel boosheid en afwijzing opriep in zijn tijd. Toch vind ik het één van de mooiste boeken die ik ken. Ook dat verhaal gaat over de kleine jongen die wint van een dodelijke draak. Maar als je wil gaat het ook over zelfdoding, een zelfmoordterrorist zou er misschien veel in herkennen.
Ik ben ook uit op de verbinding. Ik zou vijftig mensen om mij heen willen in de Verhalentuin die allemaal wat anders horen in het verhaal, maar die niet boos weglopen. Want weglopen is ook weg verbinding. Hoe doe je dat? Verhalen vertellen die niet alleen maar hartverwarmend zijn? Hoe blijf je in contact als iemand niet geraakt wil zijn? Wie het weet, mag het zeggen